Op donderdag met spijt afscheid genomen van Lyndy in Coffs Harbour, wat een fijne gastvrouw, we hadden graag nog wat langer gebleven, maar accommodatie was al geboekt. Simone zei al na 2 minuten rijden in de auto: “Wanneer gaan we weer naar Lyndy, ze is zo lief”.
Maar het volgende staat weer op het programma, rijden naar Armidale (landinwaarts vanaf de kust) via de Waterfall way. En wat denk je dat we gezien hebben onderweg?? Juist ja, stroompjes water vanwege gebrekkige regenval, desalniettemin de moeite waard.
Allereerst deden we het dorpje Bellingen aan, voor een koffie-stop in een super hip vintage look-winkel-koffiebar, waar allemaal mensen zaten te werken achter de laptop. Had in Amsterdam/Haarlem niet misstaan. Lekkere koffie en een telefoontje van Lyndy…iets vergeten in te pakken: Simone’s roze knuffel muis was in bed blijven liggen…Oeps, niet zo handig. Gevraagd of Lyndy het kon opsturen naar een volgend Airbnb adres. Intussen een speeltuintje opgezocht, want deze dag zou veel auto-zit-uurtjes inhouden. Daarna op weg naar de eerste stop: Dorrigo. Temperatuur was al aardig gezakt intussen. Bij het Dorrigo nationaal park een wandeling gemaakt naar Crystal Shower Falls via de ‘Walk with the Birds boardwalk’ en de ‘Wonga walk’ (halve route). Best aardige waterval, lunch gegeten en toen weer terug, helaas getrakteerd op een regenbui. Snel de auto in en bij Ebor er weer uit. Nabij de parkeerplaats uitzicht op de Upper and Lower Ebor Falls. Daarna door naar de volgende stop: Wollomombi Gorge. Simone was intussen in slaap gevallen, dus bleef Saskia in de auto achter en Rob getooid met camera op zoek naar de 260m hoge waterval. Bezweet van het rennen kwam ie weer terug, de aangegeven 1,5km bleek toch iets meer te zijn. Daarna nog een klein stukje rijden naar het motel in Armidale, waar we die nacht zouden verblijven. Dit betekende ook: niet zelf koken, maar lekker uit eten in New England Hotel. Hamburger, steak en kipschnitzel met frietjes. Heerlijk. Helaas in bijbehorende pub geen biertje bij het haardvuur voor ons om de dag af te sluiten, Simone mag er niet naar binnen (vage regels in Australië).
Op vrijdag na een eenvoudig ontbijt hebben we in Armidale een Aboriginal Culture Centre bezocht en daarna op weg naar het plaatsje Scone via de New England Highway. Dit deel van Australië is totaal anders dan het regenwoud en de kust, die we tot dan toe gezien hebben. Glooiende valleien, prachtige vergezichten met veel gras, koeien en paarden. Echt mooi. De eerste stop hadden we in Tamworth. Koffie en daarna weer een speeltuin gevonden voor Simone. En wat voor eentje, werkelijk fantastisch, groot en voor ieder wat wils. (O ja, en ook nog een slang gezien in de vijver in het naastgelegen park…). Na de lunch weer in de auto voor deel 2 van de route. Beetje jammer dat Simone lag te slapen, want het waren paarden links van de weg, paarden rechts van de weg, overal stonden er paarden in de wei. Komen we aan, staat er met grote letters: Scone Horse Capital (vandaar dus). Onze accommodatie de komende 2 nachten is een villa op een vakantiepark, volgens de website dan. Villa is beetje groot woord voor onze 4-persoons cabin die vergelijkbaar is met een kleine stacaravan. Maar er is een enorm meer (Lake Glenbawn) bij dit park (5km van ons huisje) en daar gaan we dan ook even kijken en wat drinken in het namiddag zonnetje. Zodra die weg is, zakt de temperatuur al gauw en blijken we de extra dekens in het huisje ’s nachts hard nodig te hebben. De volgende dag gaan we op zoek naar een pony-paard rij mogelijkheid voor Simone. We rijden van Scone naar Aberdeen, van Aberdeen naar Muswellbrook, van Muswellbrook naar Denman en weer terug naar Scone. Wat nou Horse Capital… Simone wil alleen nog maar op een paard zitten en het blijkt lastig uit te leggen dat wij dat niet echt in de hand hebben en dat aaien wellicht het hoogst haalbare van de dag wordt. Uiteindelijk via Google een rijschool in Scone gevonden en gelukkig treffen we daar een vriendelijke eigenaresse. Van haar (Robin) mag Simone het oudste paard op stal (29!) aaien en zelfs er even opzitten. We kletsen wat over de vakantie, bekende paarden en ruiters in Nederland en Australië. Simone blijft maar doorgaan over dat ze erop wil zitten. Haar teleurgestelde gezichtje trekt Robin over de streep en Simone mag een pony uit de wei uitkiezen om een rondje mee te rijden! Alles wordt tevoorschijn getrokken en daar gaat ze dan hoor, op Fozzy, een rondje op het terrein. Zo trots als een pauw, zo blij als een aap. We zijn Robin ontzettend dankbaar dat ze hier tijd voor wilde maken. Tijd om weer terug naar het huisje te gaan.
Zondag alles weer ingepakt en in Scone nog even gekeken bij een springwedstrijd (tip van Robin). Helaas heeft de naastgelegen golfbaan die dag een toernooi, dus gaan we naar een dorp verderop om met z’n 3-en te starten aan een 9-holes rondje. Na 3 holes houdt Simone het voor gezien. Dat niet praten en niet de bal oprapen, is toch wat anders dan dat ze zich erbij had voorgesteld. Het naastgelegen speeltuintje bevalt een stuk beter. Om een uur of 2 rijden we naar onze volgende vakantiebestemming: Port Stephens.
[PiwigoPress id=5887 url=’http://rob.lensen.nu/piwigo/’ size=’me’ desc=0 class=’img-shadow’ lnktype=’albumpicture’ opntype=’_blank’ order=’undefined’]